The significance of the zoosporangial stage in the life cycle of the plasmodiophorales |
| |
Authors: | A. P. Kole A. J. Gielink |
| |
Affiliation: | (1) Laboratory of Phytopathology, Agricultural University, Wageningen, The Netherlands |
| |
Abstract: | Samenvatting Bij de Plasmodiophorales onderscheidt men het zoösporangium- en het rustsporenstadium. Het zoösporangiumstadium wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zoösporangia, vaak in wortelharen en andere schorsepidermiscellen; het rustsporenstadium door het tot ontwikkeling komen van rustsporen, dikwijls in gehypertrofieerde delen van de waardplant. Sinds de ontdekking van het zoösporangiumstadium is nimmer zekerheid verkregen over de vraag of zoösporen uit de zoösporangia bij herinfectie wederom zoösporangia kunnen geven. Het alternatief zou zijn dat de zoösporen uit de zoösporangia de levenscyclus vervolgen en tot de ontwikkeling van rustsporen leiden.Een infectieproef metSpongospora subterranea bij tomateplanten heeft nu uitgewezen dat de eerste veronderstelling juist is; zoösporen uit de zoösporangia geven bij herinfectie inderdaad weer zoösporangia. Het rustsporenstadium komt waarschijnlijk tot ontwikkeling na herinfectie door een zygote, welke ontstaat indien twee als gameten fungerende zoösporen versmelten. Deze opbouw van de levenscyclus (fig. 1) geeft de schimmel de mogelijkheid tot een sterke vegetatieve vermeerdering in het zoösporangiumstadium. |
| |
Keywords: | |
本文献已被 SpringerLink 等数据库收录! |
|