水稻控蘖增粒栽培技术增产原因初探

以金优桂９９、Ｗ６１５４Ｓ／特青、香Ｓ／ＧＥＲ－１等杂交组合为材料，从分蘖节位、茎杆粗细、穗粒结构等方面探讨“控蘖法”对杂交水稻的增产原因。     

Infection process of Rhizoctonia solani on Solanum tuberosum and effects of granular nematicides

The infection process ofRhizoctonia solani AG-3 was studied on potato sprouts, cv. Bintje, in growth chamber trials at 15 °C. Initially hyphae ofR. solani grew predominantly in the longitudinal direction of the sprouts (runner hyphae). They tended to follow the junctions between epidermis cells as was observed by SEM. The hyphae formed side-branches mainly half-way of the subterranean parts of the sprouts. They branched several times with short swollen cells to form infection cushions. Lesions developed only underneath the infection cushions and were first observed five days after inoculation. The necrotic area was proportional to the area covered with infection cushions on the sprouts. Depth of the lesions could extend up to the vascular bundle. Sprouts were colonized only in healthy tissue in the epidermal layer underneath the infection cushion and in necrotic tissue. A few days after appearance of the lesions,R. solani formed brown, uninfective mycelium on and in the circumference of these lesions.Aldicarb did not influence any part of the infection process. Ethoprophos delayed the emergence of sprouts, but increased the number of sprouts per tuber. As soon as sprouts had emerged, growth was considerably promoted by ethoprophos. Ethoprophos delayed the appearance of lesions and reduced their size. Oxamyl showed the same effects to a smaller extent.As the size of lesions appears to be proportional to the size of the infection cushions, any agents that change the size of the infection cushions, such as pesticides or antagonists, may alter the severity of the disease.Samenvatting Het infectieproces vanRhizoctonia solani AG-3 werd bestudeerd op aardappelspruiten, cv. Bintje, in een klimaatcel bij 15C. Aanvankelijk groeide de schimmel met runnerhyfen voornamelijk in de lengterichting van de spruit. Via SEM kon waargenomen worden, dat de hyfen hierbij vooral over de begrenzingen van de epidermiscellen groeiden. Het mycelium vormde veel zijvertakkingen, bestaande uit iets gezwollen korte cellen, welke voornamelijk halverwege op het ondergrondse deel van de spruit gevormd werden. Een dichte massa van deze cellen vormde een infectiekussentje. Lesies, welke vanaf vijf dagen na inoculatie werden waargenomen, bevonden zich slechts onder spruitoppervlak bezet met infectiekussentjes. De lesiegrootte was recht evenredig met het spruitoppervlak dat bezet was met infectiekussentjes. De diepte van de lesies reikte tot aan de vaatbundels. De spruit werd alleen door de schimmel gekoloniseerd in gezond epidermisweefsel onder het infectiekussentje en in necrotisch weefsel. Enkele dagen na verschijning van lesies vormde R.solani bruin, niet infectieus, mycelium op en rondom de lesies.Aldicarb had geen effect op het infectieproces. Ethoprophos vertraagde de opkomst en verhoogde het aantal tot ontwikkeling gekomen spruiten per knol in gestoomd zand. Direct na opkomst had ethoprophos echter een sterk groeistimulerend effect. Ethoprophos vertraagde de lesievorming en reduceerde de lesiegrootte, vergeleken met onbehandelde planten. Oxamyl vertoonde deze effecten in geringere mate.Daar de lesiegrootte direct gecorreleerd blijkt met de grootte van het infectiekussentje, mag verwacht worden dat elke beïnvloeding van de ontwikkeling van het mycelium van R.solani, bijvoorbeeld door pesticiden of antagonisten, een verandering van de lesiegrootte ten gevolge heeft.     

酥梨采后灰霉病生防菌株的鉴定及抑菌作用

以微生物拮抗病原菌是防治病害安全高效的可行手段。通过对果实表面微生物进行筛选鉴定,以期得到一株可以有效抑制灰霉病的生物防治菌株。对拮抗菌株H-1进行形态学特征、生理生化特性分析,结合16S rDNA序列分析和gyrB 基因序列分析构建系统发育树;采用平板对峙法结合果实伤口试验考察拮抗菌H-1在体外及梨果表面的抑菌作用。结果表明：经鉴定H-I菌株为贝莱斯芽孢杆菌（Bacillus velezensis）;B. velezensis H-1在体外条件下可显著抑制灰葡萄孢霉（Botrytis cinerea）、细极链格孢（Alternaria tenuissima）和串珠镰孢菌（Fusarium verticillioides）的菌丝生长,其中对灰葡萄孢霉菌丝的抑制作用最强;果实伤口试验表明,1×1011 CFU/mL的B. velezensis H-1可完全抑制梨果表面灰霉菌生长。由此可见,B. velezensis H-1可以有效抑制梨果采后灰霉病的发生。     

Detection of squash mosaic virus in seeds of melon (Cucumis melo) by enzyme-linked immunosorbent assay (ELISA)

Squash mosaic virus (SqMV, comovirus) is seed-transmitted in severalCucurbitaceae. Therefore, the use of virus-free seed is important to prevent establishment of this virus in the Netherlands and to avoid spread to other countries.This study was undertaken to develop an enzyme-linked immunosorbent assay (ELISA) for the detection of SqMV in melon seeds. An antiserum was produced to a serotype 1 isolate from melon. Two ELISA variants were investigated viz. an ELISA variant with simultaneous incubation of sample and enzyme conjugate (ELISA 1) and an ELISA variant with successive incubation of sample and enzyme conjugate (ELISA 2). The sensitivity of ELISA was tested by mixing fluor of ground infected and non-infected seeds in different proportions. SqMV was detected by both ELISA variants at dilutions of 1 160 (1 part of infected flour mixed with 159 parts of non-infected flour) or higher after a substrate incubation period of 4 h. However, ELISA 1 gave relatively higher absorbance values than ELISA 2 for nearly all dilutions. Since ELISA 1 is also faster than ELISA 2, ELISA 1 is advised for routine testing. In these test, using subsamples of 100 melon seeds SqMV is detected reliably. ELISA 1 is now used in the Netherlands for routine-indexing of melon seed lots for SqMV.Samenvatting Het pompoenemozaïekvirus gaat over met het zaad van verscheideneCucurbitaceae. Het gebruik van virusvrij zaad is belangrijk om te voorkomen dat het virus zijn intrede doet in Nederland en zich naar andere landen verspreidt.Een antiserum werd geproduceerd tegen een serotype 1 isolaat van meloen. Met behulp van dit antiserum werd een ELISA ontwikkeld om pompoenemozaïekvirus in zaden van meloen aan te tonen. Twee varianten van ELISA werden vergeleken, namelijk een variant waarbij monster en enzymconjugaat gelijktijdig geïncubeerd werden (ELISA 1) en een variant waarbij monster en enzymconjugaat na elkaar geïncubeerd werden (ELISA 2). De gevoeligheid van de ELISA varianten werd uitgetoetst door meel van zieke zaden in verschillende verhoudingen te mengen met meel van gezonde zaden. Het pompoenemozaïekvirus werd met beide ELISA varianten aangetoond in verdunningen van 1 160 (1 deel meel van zieke zaden gemengd met 159 delen meel van gezonde zaden) of hoger na 4 uur incubatie met substraat. ELISA 1 gaf doorgaans hogere extinctiewaarden dan ELISA 2 voor bijna alle verdunningen. Omdat ELISA 1 ook nog sneller is dan ELISA 2, wordt ELISA 1 aanbevolen voor routinematig gebruik. Wanneer voor routinematig gebruik 100 meloenezaden per submonster getoetst worden, kan het pompoenemozaïek virus betrouwbaar worden aangetoond. In Nederland worden momenteel per zaadpartij 20 submonsters van 100 zaden getoetst.     

Trichoderma harzianum produces nonanoic acid, an inhibitor of spore germination and mycelial growth of two cacao pathogens

An isolate of Trichoderma harzianum Rifai from an infected cacao pod produces and secretes nonanoic (pelargonic) acid into a liquid culture medium. Nonanoic acid (NA) was very inhibitory to spore germination and mycelial growth of two cacao pathogens, Crinipellis perniciosa Stahel and Moniliophthora roreri Cif. H.C. Evans. It was highly active causing 75% inhibition of spore germination in an in vitro assay at a rate as low as 0.09 μM for M. roreri and 0.92 μM for C. perniciosa. Mycelial growth was comparatively less sensitive to inhibition, but still there was a 75% reduction in growth with 0.62 μM in M. roreri and 151 μM NA in C. perniciosa. In contrast, NA did not affect Trichoderma mycelial growth or spore germination at concentrations that were inhibitory to the pathogens. 6-pentyl-α-pyrone was also produced and secreted into the medium by T. harzianum, however; it was not antagonistic to the cacao pathogens. Although a number of metabolites produced by Trichoderma spp. have been identified in the past, this is the first report of NA production and secretion by any Trichoderma. The results suggest that NA may play a role in the successful use of some Trichoderma spp. isolates in the biocontrol of fungal diseases of plants.     

Characterization of phytoplasmas detected in Chinaberry trees with symptoms of leaf yellowing and decline in Bolivia

Polymerase chain reaction (PCR) assays were used to detect phytoplasmas in foliage samples from Chinaberry ( Melia azedarach ) trees displaying symptoms of yellowing, little leaf and dieback in Bolivia. A ribosomal coding nuclear DNA (rDNA) product (1·8 kb) was amplified from one or more samples from seven of 17 affected trees by PCR employing phytoplasma-universal rRNA primer pair P1/P7. When P1/P7 products were reamplified using nested rRNA primer pair R16F2n/R16R2, phytoplasmas were detected in at least one sample from 13 of 17 trees with symptoms. Restriction fragment length polymorphism (RFLP) analysis of P1/P7 products indicated that trees CbY1 and CbY17 harboured Mexican periwinkle virescence (16SrXIII)-group and X-disease (16SrIII)-group phytoplasmas, respectively. Identification of two different phytoplasma types was supported by reamplification of P1/P7 products by nested PCR employing X-disease-group-specific rRNA primer pair R16mF2/WXint or stolbur-group-related primer pair fSTOL/rSTOL. These assays selectively amplified rDNA products of 1656 and 579 bp from nine and five trees with symptoms, respectively, of which two trees were coinfected with both phytoplasma types. Phylogenetic analysis of 16S rDNA sequences revealed Chinaberry yellows phytoplasma strain CbY17 to be most similar to the chayote witches'-broom (ChWBIII-Ch10) agent, a previously classified 16SrIII-J subgroup phytoplasma. Strain CbY1 resembled the Mexican periwinkle virescence phytoplasma, a 16SrXIII-group member. The latter strain varied from all known phytoplasmas composing group 16SrXIII. On this basis, strain CbY1 was assigned to a new subgroup, 16SrXIII-C.     

引起糖甜菜细菌性叶斑病的萎蔫短小杆菌新致病变种

 1995年在内蒙古临河市新发现了糖甜菜细菌性叶斑病,从病斑所分离的10个细菌菌株经柯赫氏法则验证,均确系该病的病原菌。采用形态观察、表型特征和生理生化特性测定、数值分析、血清学反应、细胞化学成分分析、DNA G+C mol%和DNA-DNA同源性测定进行了鉴定,并与植物病原棒形细菌15个标准菌株进行了比较。该病原菌为革兰氏阳性细菌,不规则短杆状,有一根鞭毛、亚极生或侧生,结合其生理生化特性、细胞化学成分和DNA G+C mol%和DNA-DNA同源性测定结果,认为应属于短小杆菌属(Curtobacterium)的萎蔫短小杆菌(Cur. flaccumfaciens),数值分析也支持这一结论。此外,据血清学反应结果及其对短小杆菌属的其它植物寄主的致病情况,认为该病原菌应是萎蔫短小杆菌种下的一个新的致病变种,定名为Curtobacterium flaccumfaciens pv. beticola pv. nov. Chen et al.,2000(萎蔫短小杆菌糖甜菜致病变种)。     

非自然越夏区小麦白粉病模拟鉴定病圃

作者于1990～1995年根据陕西省关中麦区小麦白粉病侵染循环特点,人工模拟自然发病条件,在非自然越夏区杨陵(省农科院试验地)成功地建立起白粉病菌可周年存活,且秋、春季均能充分诱发感染的混合菌系病圃,宜对小麦种质材料进行全生育期抗白粉病鉴定。利用该病圃已对陕西省1000余份小麦品种(系)及部分国内外抗源亲本材料做了抗病性鉴定和利用评价。     

国内一种玉米新病害--玉米黑腐病

1999年7月云南省元谋县城郊玉米地发现一种玉米新病害,发病面积大约70hm2.其典型症状表现为植株矮化,节间缩短,叶片密集簇生,叶片上有黄绿相间的条斑.叶鞘上有坏死或腐烂病斑,幼穗腐烂,不实,严重者绝产,颗粒无收.从坏死或腐烂的叶鞘和果穗上可镜检到分生孢子及分生孢子梗.纯化培养后,并按柯赫氏法则进行接种试验,病原鉴定为柔弱无枝孢Acladium tenellum(Berk.& Curt.)Subram.comb.nov..本文对病害症状、病原形态、发病情况等进行了详细研究,确定该病为玉米一种新病害.     

Intramedullary Intervertebral Disk Extrusion in a Cat

Intervertebral disk extrusion is rarely reported in the cat. In this case, the clinical, radiologic, and magnetic resonance imaging findings of an acute intramedullary intervertebral disk extrusion in a 5-year-old domestic shorthaired cat are described. Radiographically, there was mineralized disk material within the vertebral canal. On magnetic resonance images, the disk material was found to be within the spinal cord. A linear disk trail extending from the disk space into the spinal cord may be specific for intramedullary disk extrusion.