地被菊地栽抗旱性试验研究

[目的]为地被菊的推广提供科学依据。[方法]以4个地被菊品种(铺地雪、落金钱、紫勋章、新红)和早小菊(CK)为材料,抗旱性试验在防雨棚内进行,各品种采取随机区组排列,缓苗成活后,整个生长周期进行控水试验,记录各品种的生长发育状况,比较它们的耐旱能力。[结果]在地栽控水的条件下,地被菊的株高、冠幅的增长率是逐渐降低的。4个地被菊品种的冠幅增长率、分枝能力、花朵数量、地上、地下部干物质量均大于对照早小菊。根冠比大小依次为:新红>落金钱>紫勋章>铺地雪>早小菊。在整个生育周期没有灌溉的条件下,地被菊植株仍然生长健壮且开花繁茂。[结论]新红、落金钱和紫勋章地被菊品种抗旱性表现最好。     

昆明地区菊花病毒病的调查与鉴定

 从昆明地区菊花种植较为集中的花卉基地和公园采集208份病毒症状明显的菊花病标样,通过鉴别寄主反应、电镜观察、血清学反应以及RT-PCR扩增,鉴定出危害菊花的病毒病原有:菊花B病毒（CVB）、番茄不孕病毒（TAV）、马铃薯Y病毒（PVY）、马铃薯X病毒（PVX）、黄瓜花叶病毒（CMV）和烟草花叶病毒（TMV）,其中CVB为侵染危害菊花的优势病毒,占52.5%,田间多数情况下是与TAV,PVY,PVX等病毒复合侵染。     

杭白菊园绿盲蝽发生与防治

为明确重要害虫绿盲蝽在杭白菊园发生动态和防治措施,遂于2012年选桐乡市主栽品种早小洋菊、晚小洋菊、异种大白菊园及3品种分别与桑树间作园,自6月初每半月调查1次。结果发现,7月底—8月初、9月上中旬、10月中旬—11月下旬出现3个虫口高峰,以最后1个历时最长、虫口密度最大;绿盲蝽若虫和成虫嗜好花蜜,可长时期潜入花朵中刺吸;纯菊园中,异种大白菊园虫口最少,晚小洋菊园虫口最多;间作园中,晚小洋菊-桑树间作园虫口最多,早小洋菊-桑树间作园虫口最少。药效试验表明,新型农药锐劲特效果较好。建议在10月上旬实施药剂防治。     

地被菊幼嫩花瓣组织培养研究

以地被菊幼嫩花瓣为试材,进行了组织培养的研究,结果表明地被菊幼嫩花瓣是诱导愈伤组织的良好材料。当培养基中2.4-D和NAA浓度为0.5～2mg·L-1时,愈伤组织诱导率均达87.2%以上,并且诱导出的愈伤组织结构疏松,易于分割。在分化培养基MS+KT2mg·L-1+IAA0.5mg·L-1上,芽分化率可达92.5%。不同接种方向对地被菊花瓣不定芽形成无显著影响。地被菊花瓣培养芽的分化率以基部组织为最高(94%),中部和上部组织分化率则逐渐变低。经培养得到的再生植株与原品种相比在形态上产生了一系列变化。     

钾对切菊花体内物质运转和品质的影响

以秋黄切菊花为材料,研究了不同供钾水平对菊花体内物质运转和品质的影响。试验结果表明:三种不同供钾水平(K_130mg·L~(-1),K_220mg·L~(-1),K_3400mg·L~(-1)),K_2处理株高、花茎、花枝鲜重及花序干物重在盛花期明显优于 K_1和 K_3;K_1处理因供钾不足,菊花株高增长缓慢,蕾期、盛花期分别比 K_2和 K_3延迟2d 和1d;K_3因供钾水平过高,反使体内糖分、钙、镁和干物质的累积速率低于 K_2,糖分累积比 K_2延长了6d,但有利于延缓菊花的衰老、茎增粗及脚叶养护。     

案头菊培育初探

培育案头菊的关键是在选择适宜品种的基础上，根据菊花阶段发育规律，灵活合理运用土、肥、水、激素等各项技术管理措施进行生长促控，从而达到盆小、株矮、叶茂、花大的培育目标。     

秋菊花期调控技术研究

进行了秋菊花期的控制试验,结果表明,秋菊在长日照下可延迟开花.在扦插苗成活定植后,成熟叶展开5～6片后开始补光处理60 d,照度120 ～ 231 lx,成株在塑料大棚内增温培植.经补光处理,不同品种花期不同.花色,花径,叶色、叶形等品种特征与正常秋菊无异.用B9矮化处理后,花径、叶面积增大,效果十分明显.彩龙爪、温玉、一捧雪花开至翌年7月上旬,十丈珠帘、彩龙爪单株着花数达150余朵.     

Flowering,vegetative growth and mineral nutrition of pot chrysanthemums in sawdust and peat-life media

Plants of Chrysanthemum morifolium Ramat ‘Mountain Peak’, ‘Goldstar’ and ‘Cir Bronze’ were grown in sawdust, sawdust mixed with Ca(NO₃)₂ 7 weeks before planting and held at 20°C (unheated), or at 43°C (heated), and in a sphagnum-peat/vermiculite mix (peat-lite). C:N ratios for the sawdust media at planting were 265.9, 125.7 and 123.3, respectively. Plants grown in each medium received nutrient irrigation containing macro- and microelements, with N at 150, 200 or 250 mg l^?1.Days to full flower development, and flower diameter at harvest were not influenced by medium or irrigation N concentration. Plants grown in peat-lite produced the thickest and longest stems, although the stature of plants in all media was judged to be commercially acceptable. Plants grown in unheated sawdust pre-mixed with Ca(NO₃)₂ produced the thinnest and shortest stems.Leaf concentrations of N, P, K and Mg at harvest were highest in plants grown in peat-lite. Accumulation of Ca, B, Fe, Mn, Cu and Zn was more variable. With the exception of P, foliar nutrient concentrations in all plants were optimal or above published optimal ranges. The onset of flower senescence occurred an average of 1 day earlier in sawdust-grown plants.     

Development of a standard method for detection of potato spindle tuber viroid in potato plants

A standard test method for detecting viroids was designed, to be applied on imported plant material, for which a zero-tolerance exists in the Netherlands towards potato spindle tuber viroid (PSTV).Partial purification of nucleic acids after homogenizing leaf material with a Polytron homogenizer, followed by increasing the viroid concentration by inoculation of an intermediate tomato host, and complete purification of the small nucleic acids from the tops of these plants, followed by polyacrylamide gelectrophoretic analysis, proved successful. With this procedure, now used as a standard method, more samples could be handled than with other methods tested.Desalting by Sephadex filtration proved to be superior to dialysis. An attempt to develop a serological test for PSTV failed. Albinism, induced in PSTV-infected tomato plants by certain environmental conditions, was not of diagnostic value.

---

Samenvatting Voor het viroïde, dat de aardappelspindelknolziekte veroorzaakt (ASKV) geldt in Nederland een nultolerantie. Al het geïmporteerde aardappelmateriaal wordt daarom getoetst op het voorkomen van het viroïde. Voor dat doel is een betrouwbare en, zo mogelijk, ook snelle toets noodzakelijk, die niet alleen secundaire infecties maar ook jonge, primaire infecties kan aantonen.Een standaardmethode, die werd ontwikkeld, bleek zeer betrouwbaar, hoewel niet snel. Zij toont meer infecties aan dan snellere methoden die in het buitenland beschreven zijn. De toets omvat de volgende stappen: 2–5 g bladmateriaal wordt vermalen en op het homogenaat wordt een eenvoudige nucleïnezuurextractie en-concentratie toegepast. Dit preparaat wordt gebruikt om vier jonge tomatezaailingen te inoculeren. Door deze zaailingen 4 weken onder optimale omstandigheden te houden wordt het eventueel aanwezige viroïde vermeerderd. Geeft tenminste één van de tomateplanten symptomen, dan wordt het oorspronkelijke monster ziek verklaard. Vertoont geen van de vier tomateplanten symptomen dan wordt een nucleïnezuurextractie uitgevoerd van de topjes van deze planten. Kleine nucleïnezuurmoleculen worden geïsoleerd, geconcentreerd en tenslotte geanaliseerd met behulp van polyacrylamide gelelektroforese.Om overdracht van het ene naar het andere monster te voorkomen werd voor het vermalen gebruik gemaakt van verwisselbare schachten bij de Polytron homogenisator.Ontzouten van de nucleïnezuurextracten met Sephadexfiltratie gaf betere resultaten en was sneller uitvoerbaar dan dialyse.Pogingen om een specifiek antiserum tegen ASKV te maken zijn niet gelukt. Onder onze omstandigheden was het ook niet mogelijk om op een betrouwbare manier albinisme in geïnfecteerde planten te induceren als middel om infecties met ASKV op te sporen.