全文获取类型
收费全文 | 6658篇 |
免费 | 276篇 |
国内免费 | 8篇 |
专业分类
林业 | 230篇 |
农学 | 343篇 |
基础科学 | 82篇 |
831篇 | |
综合类 | 359篇 |
农作物 | 248篇 |
水产渔业 | 199篇 |
畜牧兽医 | 3681篇 |
园艺 | 105篇 |
植物保护 | 864篇 |
出版年
2023年 | 30篇 |
2022年 | 41篇 |
2021年 | 57篇 |
2020年 | 81篇 |
2019年 | 87篇 |
2018年 | 100篇 |
2017年 | 101篇 |
2016年 | 113篇 |
2015年 | 95篇 |
2014年 | 130篇 |
2013年 | 489篇 |
2012年 | 298篇 |
2011年 | 348篇 |
2010年 | 172篇 |
2009年 | 172篇 |
2008年 | 332篇 |
2007年 | 319篇 |
2006年 | 270篇 |
2005年 | 272篇 |
2004年 | 284篇 |
2003年 | 254篇 |
2002年 | 247篇 |
2001年 | 234篇 |
2000年 | 215篇 |
1999年 | 195篇 |
1998年 | 53篇 |
1997年 | 53篇 |
1996年 | 55篇 |
1995年 | 62篇 |
1994年 | 38篇 |
1993年 | 45篇 |
1992年 | 105篇 |
1991年 | 116篇 |
1990年 | 133篇 |
1989年 | 108篇 |
1988年 | 100篇 |
1987年 | 84篇 |
1986年 | 67篇 |
1985年 | 71篇 |
1984年 | 66篇 |
1983年 | 44篇 |
1982年 | 30篇 |
1981年 | 41篇 |
1980年 | 44篇 |
1979年 | 45篇 |
1975年 | 25篇 |
1974年 | 25篇 |
1973年 | 26篇 |
1972年 | 35篇 |
1971年 | 32篇 |
排序方式: 共有6942条查询结果,搜索用时 0 毫秒
991.
J. M. M. van Bakel Josephina J. A. Kerstens 《European journal of plant pathology / European Foundation for Plant Pathology》1971,77(2):55-59
Wilting and dying off of young shoots of the second flush of asparagus are typical symptoms of one of the soil-borne diseases of this crop. Fungi could not be isolated from these shoots. A positive correlation was found between an increase of the pF-value of the soil and the occurrence of topwilting.Samenvatting Een van de ziekten van asperge is topverwelking, waarbij de stengeltoppen van jonge scheuten vrij plotseling verwelken, en vervolgens de gehele stengel afsterft. Dit komt vooral voor in jonge stengels van het zogenoemde tweede schot in juli en augustus. Er werd een positieve correlatie gevonden tussen het optreden van dit verschijnsel en het oplopen van de pF curve (Fig. 3). Schimmels konden uit juist verwelkte stengels niet geïsoleerd worden. 相似文献
992.
The conduction systems of five porcine hearts with congenital abnormalities were dissected grossly after formalin fixation; microsurgical instruments and spot lamps were used. 相似文献
993.
H. A. van Hoof J. W. Seinhorst 《European journal of plant pathology / European Foundation for Plant Pathology》1962,68(5):251-256
Samenvatting In Suriname wordt bij kokospalm en meer nog bij oliepalm het verschijnsel little leaf waargenomen (fig. 1 en 2). De verkurking, vooral van de binnenzijde van de bladsteel, en de bladmisvormingen die hierbij optreden, kunnen zeer sterk zijn (fig. 3). Deze misvormingen blijken reeds te beginnen bij zeer jonge bladeren van 2,5 tot 4 cm lengte (fig. 4). Op hun bladstelen komen lichtgele, verhoogde plekken voor; de cellen zijn hier abnormaal sterk gedeeld en klein (fig. 5). Op deze plekken bevinden zich veel aaltjes buiten op het weefsel. Bij iets oudere bladeren worden de aaltjes ook op de jonge bladslippen aangetroffen. Als gevolg van de beschadiging in een jong stadium groeien de bladeren slecht, soms in het geheel niet meer uit. Het gevonden aaltje bleek steeds de soortRhadinaphelenchus cocophilus (Cobb) te zijn. Het is bekend als de veroorzaker van red ring bij kokos-en oliepalm. Red ring werd in Suriname echter nooit opgemerkt, terwijl little leaf bij palm op kleigronden niet werd waargenomen. Buiten Suriname werd door ons in Brits Guyana little leaf in combinatie met hetzelfde aaltje geconstateerd.Inoculatie van acht oliepalmen van twee jaar oud door een suspensie van de aaltjes in het groeipunt te gieten, had geen resultaat; van vijf geïnoculeerde oliepalmen van acht jaar oud vertoonde er één na tien maanden duidelijke ziektesymptomen.Vijftien maanden na de inoculatie werden de typische beelden op de jonge bladeren van deze palmen geconstateerd, benevens grote aantallen aaltjes. Bij andere palmen van deze aanplant op klei werd geen little leaf waargenomen. 相似文献
994.
995.
996.
997.
M. van de Vrie 《European journal of plant pathology / European Foundation for Plant Pathology》1967,73(5-6):170-180
The biology, ecology and control of the black currant gall mite,Cecidophyopsis ribis, formerly calledPhytoptus ribis, Eriophyes ribis orCecidophyes ribis, was studied in the field. These observations rendered the following results. The number of mites in the infested buds varied greatly according to the season; low numbers were present during May, June and July, high numbers during November until April. The number of generations is unknown. The migration period is closely related to the development of the host plant; mites migrate during the blossom period in spring. Newly formed axillary buds are infested while a larger proportion of the mites congregate in the tips of the shoots; these mites infest the axillary buds after the end of the migration period. Dissemination of the mites can take place by wind transportation, leaping, insect transportation, and transportation by man. Buds on the basal parts and on the terminal parts of newly formed shoots appeared to be more heavily infested than buds on the middle parts of the shoots. This preference can be explained by the behaviour of the mites; the basal buds are infested during the migration period, the terminal buds are infested by the mites from the growing tips. Damage consists of deformation of the buds which do not give flowers, and the transmission of reversion virus which causes sterility of the host plant. Control can be achieved by frequent applications of endosulfan. In nurseries endrin can be applied to prevent infestation.Samenvatting De levenswijze van de rondknopmijtCecidophyopsis ribis werd onder veldomstandigheden bestudeerd. Daarbij bleek dat gedurende de periode van oktober tot april grote aantallen mijten in de aangetaste knoppen aanwezig kunnen zijn. Infectie van de nieuwe knoppen vindt plaats vanaf half april tot half mei; er is een duidelijk verband tussen het ontwikkeljngsstadium van de waardplant en het tot stand komen van de infectie. De mijten vertonen een voorkeur voor de knoppen aan de basis en aan de einden der scheuten. Verplaatsing vindt plaats door het lopen langs de takken; de mijten kunnen ook meegedragen worden door insekten of verplaatst worden door de wind. Schade ontstaat doordat de aangetaste knoppen niet uitlopen en de rondknopmijten het brandnetelbladvirus overbrengen. Als ziektebeeld ontstaat dan het zgn. brandnetelblad; door dit virus wordt onvruchtbaarheid van de struiken veroorzaakt. Bestrijding van de mijten is mogelijk door toepassing van endosulfan en endrin gedurende de migratieperiode. Op vruchtdragende struiken kan endrin niet toegepast worden in verband met het tijdens de oogst aanwezige residu van dit rniddel.Gedetacheerd bij het Proefstation voor de Fruitteelt in volle grond, Wilhelminadorp. 相似文献
998.
999.
1000.