全文获取类型
收费全文 | 136403篇 |
免费 | 7853篇 |
国内免费 | 70篇 |
专业分类
林业 | 5656篇 |
农学 | 4670篇 |
基础科学 | 868篇 |
17675篇 | |
综合类 | 19004篇 |
农作物 | 5120篇 |
水产渔业 | 7192篇 |
畜牧兽医 | 73227篇 |
园艺 | 1821篇 |
植物保护 | 9093篇 |
出版年
2020年 | 1216篇 |
2019年 | 1459篇 |
2018年 | 2261篇 |
2017年 | 2519篇 |
2016年 | 2329篇 |
2015年 | 2026篇 |
2014年 | 2485篇 |
2013年 | 5773篇 |
2012年 | 4417篇 |
2011年 | 5219篇 |
2010年 | 3542篇 |
2009年 | 3575篇 |
2008年 | 5196篇 |
2007年 | 5016篇 |
2006年 | 4673篇 |
2005年 | 4282篇 |
2004年 | 4139篇 |
2003年 | 4202篇 |
2002年 | 3837篇 |
2001年 | 4777篇 |
2000年 | 4652篇 |
1999年 | 3750篇 |
1998年 | 1474篇 |
1997年 | 1454篇 |
1996年 | 1345篇 |
1995年 | 1600篇 |
1994年 | 1328篇 |
1993年 | 1360篇 |
1992年 | 2762篇 |
1991年 | 2902篇 |
1990年 | 2868篇 |
1989年 | 2901篇 |
1988年 | 2616篇 |
1987年 | 2593篇 |
1986年 | 2541篇 |
1985年 | 2401篇 |
1984年 | 1959篇 |
1983年 | 1716篇 |
1982年 | 1158篇 |
1979年 | 1649篇 |
1978年 | 1286篇 |
1977年 | 1135篇 |
1976年 | 1101篇 |
1975年 | 1164篇 |
1974年 | 1357篇 |
1973年 | 1448篇 |
1972年 | 1378篇 |
1971年 | 1195篇 |
1970年 | 1247篇 |
1969年 | 1149篇 |
排序方式: 共有10000条查询结果,搜索用时 15 毫秒
201.
Stuiver M 《Science (New York, N.Y.)》1978,202(4372):1109
202.
P J Ihrke R M Schwartzman K McGinley L N Horwitz R R Marples 《American journal of veterinary research》1978,39(9):1487-1489
Quantitative and qualitative bacterial assays were performed on the skin of 15 normal and 32 seborrheic dogs. Nonionic detergent scrubs were made on areas demarcated by glass sidearm cylinders. Quantitative analysis was accomplished by the serial dilution technique, and the bacteria were identified by individual and colonial morphology and by enzyme production. Areas measured on control dogs had a markedly lower total bacterial count than similar areas measured on seborrheic animals. Control dogs had a flora consisting primarily of coagulase-negative cocci, whereas seborrheic dogs usually had a cutaneous flora composed primarily of Stahylococcus aureus, coagulase-positive. 相似文献
203.
204.
E. Drijfhout M. J. Silbernagel D. W. Burke 《European journal of plant pathology / European Foundation for Plant Pathology》1978,84(1):13-26
Pathogenicity and symptom expression of seventeen described isolates of bean common mosaic virus (BCMV) and five previously unreported isolates were compared on many bean cultivars (Phaseolus vulgaris L.). From these cultivars, a standard set of differentials were assigned to nine groups with different disease reactions. The twenty-two virus isolates comprised seven strain (pathotype) groups, three of which were divided into two subgroups each. To promote international standardization in BCMV research, recommendations are given for test conditions and procedures, criteria for strain differentiation, and maintenance of differential cultivars and virus strains.Samenvatting Zeventien beschreven stammen van het bonerolmozaïekvirus en vijf niet geïdentificeerde isolaten (Tabel 1) werden bestudeerd op een uitgebreide reeks van toetsrassen. De meeste van deze toetsrassen waren in de literatuur als zodanig vermeld, maar door de desbetreffende onderzoekers waren vaak verschillende series toetsrassen gebruikt, hetgeen de onderlinge vergelijking van de stammen bemoeilijkte.De bedoeling van dit onderzoek was: vergelijking en indeling van de virusstammen, samenstelling van een standaard-toetsrassenserie en het ontwerpen en beschrijven van werden zowel in Wageningen als in Prosser, Washington, USA, uitgevoerd met dezelfde virusisolaten en dezelfde zaadmonsters van de toetsrassen.De toetsrassen konden op grond van hun differentiële reacties na inoculatie met de virusstammen worden ingedeeld in negen groepen. De rassen binnen een groep hebben hetzelfde resistentiespectrum t.o.v. een standaardserie virusstammen. Uit elke groep werden op grond van hun geschiktheid (duidelijkheid en reproduceerbaarheid van de symptomen) één of meer vertegenwoordigers gekozen, waaruit een standaardserie van toetsrassen werd samengesteld (Tabel 2).De 22 stammen en isolaten werden op grond van hun pathogeniteitsspectrum t.o.v. de standaardserie van toetsrassen ingedeeld in tien groepen en subgroepen (Tabel 1). De stammen en isolaten binnen een groep of subgroep hebben eenzelfde pathogeniteitsspectrum (Tabellen 4 en 6) en worden op grond daarvan als identiek beschouwd. De differentiële reacties tussen de rassen van de standaardserie en de virusstammen en-isolaten zijn vermeld in de Tabellen 3 en 5. Voorgesteld wordt om de naam van de eerstbeschreven stam van iedere groep te handhaven en de andere stammen in een groep of subgroep op te vatten als isolaten daarvan.De toetsmethodiek wordt uitvoerig beschreven om standaardisatie van de stammenidentificatie te bevorderen. Ter verklaring van de in de literatuur gevonden tegenstrijdigheden in de differentiële reactie van de toetsrassen wordt een negental mogelijke oorzaken genoemd, o.a. het gebruik van planten van toetsrassen die reeds vanuit zaad met een onbekende stam waren besmet en het gebruik van onzuivere virusstammen (mengisolaten).De auteurs stellen zich verantwoordelijk voor het distribueren (op aanvraag) van kleine zaadhoeveelheden van de toetsrassen en, op beperkte schaal, van in zaad aanwezige zuivere virusstammen aan onderzoekers die betrokken zijn bij de identificatie van de stammen van dit virus. Bovendien zal zaad van de standaardserie van toetsrassen worden gedeponeerd in het National Seed Storage Laboratory te Fort Collins, Colorado, USA, terwijl de virusstammen (in zaad) in bewaring worden gegeven bij de American Type Culture Collection te Rockville, Maryland, USA, waar ze beschikbaar zullen blijven voor verder onderzoek. 相似文献
205.
The functional capacity of a mirex-induced, enlarged liver was studied in rats. The tests used were sulfobromophthalein clearance, hepatic cytochrome P-450 concentration, serum total protein concentration and electrophoretic pattern, serum total lipid concentration, serum glucose concentration, and the liver response to epinephrine. There was no indication of a loss of functional capacity in the enlarged liver. Sulfobromophthalein clearance and microsomal cytochrome P-450 concentration indicated an increase in total liver functional capacity. We conclude that mirex is not a direct hepatotoxin producing generalized parenchymal cell damage. 相似文献
206.
207.
P. van de Graaf † M. E. Joseph J. M. Chartier-Hollis T. M. O'Neill 《Plant pathology》2002,51(3):331-337
A detailed study of conidial germination, germ-tube growth and the formation of infection structures in Phoma clematidina , the causal agent of clematis wilt, is described for two clematis varieties differing in disease resistance. On both the resistant and susceptible varieties, the fungus entered leaves and stems by direct penetration of the cuticle, often, but not always, following the formation of infection structures. More germ tubes per conidium were formed on the susceptible host, but these germ tubes were on average shorter than on the resistant host. Although germ tubes regularly entered the plant via trichomes, stomata were not found to be sites of entry. Following penetration of the cuticle of resistant plants, germ-tube growth was sometimes restricted to the subcuticular region, and halo formation occurred at the sites where penetration was attempted. Subcuticular growth and halo formation were not observed on susceptible plants. These observations may partly explain the resistance of small-flowered clematis varieties to P. clematidina . 相似文献
208.
209.
210.