首页 | 本学科首页   官方微博 | 高级检索  
文章检索
  按 检索   检索词:      
出版年份:   被引次数:   他引次数: 提示:输入*表示无穷大
  收费全文   135804篇
  免费   7792篇
  国内免费   72篇
林业   5599篇
农学   4659篇
基础科学   862篇
  17501篇
综合类   18962篇
农作物   5089篇
水产渔业   7115篇
畜牧兽医   73035篇
园艺   1799篇
植物保护   9047篇
  2020年   1174篇
  2019年   1414篇
  2018年   2236篇
  2017年   2494篇
  2016年   2300篇
  2015年   2002篇
  2014年   2463篇
  2013年   5745篇
  2012年   4359篇
  2011年   5169篇
  2010年   3507篇
  2009年   3555篇
  2008年   5159篇
  2007年   4978篇
  2006年   4652篇
  2005年   4271篇
  2004年   4116篇
  2003年   4184篇
  2002年   3814篇
  2001年   4782篇
  2000年   4645篇
  1999年   3752篇
  1998年   1472篇
  1997年   1452篇
  1996年   1341篇
  1995年   1599篇
  1994年   1327篇
  1993年   1361篇
  1992年   2763篇
  1991年   2902篇
  1990年   2866篇
  1989年   2897篇
  1988年   2610篇
  1987年   2593篇
  1986年   2540篇
  1985年   2402篇
  1984年   1958篇
  1983年   1716篇
  1982年   1154篇
  1979年   1650篇
  1978年   1284篇
  1977年   1136篇
  1976年   1100篇
  1975年   1164篇
  1974年   1357篇
  1973年   1448篇
  1972年   1378篇
  1971年   1195篇
  1970年   1247篇
  1969年   1146篇
排序方式: 共有10000条查询结果,搜索用时 9 毫秒
201.
202.
203.
204.
Quantitative and qualitative bacterial assays were performed on the skin of 15 normal and 32 seborrheic dogs. Nonionic detergent scrubs were made on areas demarcated by glass sidearm cylinders. Quantitative analysis was accomplished by the serial dilution technique, and the bacteria were identified by individual and colonial morphology and by enzyme production. Areas measured on control dogs had a markedly lower total bacterial count than similar areas measured on seborrheic animals. Control dogs had a flora consisting primarily of coagulase-negative cocci, whereas seborrheic dogs usually had a cutaneous flora composed primarily of Stahylococcus aureus, coagulase-positive.  相似文献   
205.
206.
Pathogenicity and symptom expression of seventeen described isolates of bean common mosaic virus (BCMV) and five previously unreported isolates were compared on many bean cultivars (Phaseolus vulgaris L.). From these cultivars, a standard set of differentials were assigned to nine groups with different disease reactions. The twenty-two virus isolates comprised seven strain (pathotype) groups, three of which were divided into two subgroups each. To promote international standardization in BCMV research, recommendations are given for test conditions and procedures, criteria for strain differentiation, and maintenance of differential cultivars and virus strains.Samenvatting Zeventien beschreven stammen van het bonerolmozaïekvirus en vijf niet geïdentificeerde isolaten (Tabel 1) werden bestudeerd op een uitgebreide reeks van toetsrassen. De meeste van deze toetsrassen waren in de literatuur als zodanig vermeld, maar door de desbetreffende onderzoekers waren vaak verschillende series toetsrassen gebruikt, hetgeen de onderlinge vergelijking van de stammen bemoeilijkte.De bedoeling van dit onderzoek was: vergelijking en indeling van de virusstammen, samenstelling van een standaard-toetsrassenserie en het ontwerpen en beschrijven van werden zowel in Wageningen als in Prosser, Washington, USA, uitgevoerd met dezelfde virusisolaten en dezelfde zaadmonsters van de toetsrassen.De toetsrassen konden op grond van hun differentiële reacties na inoculatie met de virusstammen worden ingedeeld in negen groepen. De rassen binnen een groep hebben hetzelfde resistentiespectrum t.o.v. een standaardserie virusstammen. Uit elke groep werden op grond van hun geschiktheid (duidelijkheid en reproduceerbaarheid van de symptomen) één of meer vertegenwoordigers gekozen, waaruit een standaardserie van toetsrassen werd samengesteld (Tabel 2).De 22 stammen en isolaten werden op grond van hun pathogeniteitsspectrum t.o.v. de standaardserie van toetsrassen ingedeeld in tien groepen en subgroepen (Tabel 1). De stammen en isolaten binnen een groep of subgroep hebben eenzelfde pathogeniteitsspectrum (Tabellen 4 en 6) en worden op grond daarvan als identiek beschouwd. De differentiële reacties tussen de rassen van de standaardserie en de virusstammen en-isolaten zijn vermeld in de Tabellen 3 en 5. Voorgesteld wordt om de naam van de eerstbeschreven stam van iedere groep te handhaven en de andere stammen in een groep of subgroep op te vatten als isolaten daarvan.De toetsmethodiek wordt uitvoerig beschreven om standaardisatie van de stammenidentificatie te bevorderen. Ter verklaring van de in de literatuur gevonden tegenstrijdigheden in de differentiële reactie van de toetsrassen wordt een negental mogelijke oorzaken genoemd, o.a. het gebruik van planten van toetsrassen die reeds vanuit zaad met een onbekende stam waren besmet en het gebruik van onzuivere virusstammen (mengisolaten).De auteurs stellen zich verantwoordelijk voor het distribueren (op aanvraag) van kleine zaadhoeveelheden van de toetsrassen en, op beperkte schaal, van in zaad aanwezige zuivere virusstammen aan onderzoekers die betrokken zijn bij de identificatie van de stammen van dit virus. Bovendien zal zaad van de standaardserie van toetsrassen worden gedeponeerd in het National Seed Storage Laboratory te Fort Collins, Colorado, USA, terwijl de virusstammen (in zaad) in bewaring worden gegeven bij de American Type Culture Collection te Rockville, Maryland, USA, waar ze beschikbaar zullen blijven voor verder onderzoek.  相似文献   
207.
The functional capacity of a mirex-induced, enlarged liver was studied in rats. The tests used were sulfobromophthalein clearance, hepatic cytochrome P-450 concentration, serum total protein concentration and electrophoretic pattern, serum total lipid concentration, serum glucose concentration, and the liver response to epinephrine. There was no indication of a loss of functional capacity in the enlarged liver. Sulfobromophthalein clearance and microsomal cytochrome P-450 concentration indicated an increase in total liver functional capacity. We conclude that mirex is not a direct hepatotoxin producing generalized parenchymal cell damage.  相似文献   
208.
209.
A detailed study of conidial germination, germ-tube growth and the formation of infection structures in Phoma clematidina , the causal agent of clematis wilt, is described for two clematis varieties differing in disease resistance. On both the resistant and susceptible varieties, the fungus entered leaves and stems by direct penetration of the cuticle, often, but not always, following the formation of infection structures. More germ tubes per conidium were formed on the susceptible host, but these germ tubes were on average shorter than on the resistant host. Although germ tubes regularly entered the plant via trichomes, stomata were not found to be sites of entry. Following penetration of the cuticle of resistant plants, germ-tube growth was sometimes restricted to the subcuticular region, and halo formation occurred at the sites where penetration was attempted. Subcuticular growth and halo formation were not observed on susceptible plants. These observations may partly explain the resistance of small-flowered clematis varieties to P. clematidina .  相似文献   
210.
设为首页 | 免责声明 | 关于勤云 | 加入收藏

Copyright©北京勤云科技发展有限公司  京ICP备09084417号